tinevcb.reismee.nl

Hear Luna

Nadat ik Luna afgelopen maandag ontmoette moest ik haar verhaal wel neerschrijven. Hear Luna :

Luna is op dit moment 48 jaar. Ze is besneden op haar vijftiende. Dat is vrij laat naar de gewoonte van het dorp Babati waar ze is geboren en opgegroeid. Babati is Ă©Ă©n van de vele dorpen in de Manyara regio. De dorpen zijn doorgaans klein en de afstand tussen twee dorpen is groot. Elk dorp wordt bewoond door een andere stam maar Ă©Ă©n ding hebben ze allemaal gemeenschappelijk en dat zijn de wortels van een bepaalde cultuur. Een cultuur waarin meisjes en vrouwen onderdrukt worden, waar zij geen ontwikkeling waardig zijn. Als de ouders voldoende middelen hebben gaan de kinderen (zowel jongens als meisjes) wel naar de basisschool. Op hun twaalfde gaan jongens over naar de middelbare school. Meisjes echter, worden verondersteld om dan het schoolsysteem te verlaten en te trouwen. Rond die leeftijd worden ze besneden waarna ze beschouwd worden als echte vrouwen die klaar zijn om te trouwen. Klaar om te trouwen betekent dat de meisjes zwak genoeg zijn. Want zonder macht over hun eigen capaciteiten en zonder bron tot genot hebben de meisjes geen stem. De mannen determineren dus niet alleen het hele samenlevingsgebeuren, ze bepalen ook wat er met een vrouw als individu gebeurt. Vrouwen hebben geen enkel beslissingsrecht: niet over de grond of hun kinderen maar ook niet over hun eigen sociale, educatieve en psychologische ontwikkeling. Laat staan over de integriteit van hun lichaam. In deze dorpen weerklinkt alleen de stem van de man. De vrouw dient er als reproductiemachine. Ze is slechts een medium via dewelke een stam het nageslacht kan verzekeren. Hoe mannen desondanks genieten van deze machine is een ander verhaal.

Luna doorliep toch de eerste drie jaren van het secundair onderwijs. Het ritueel van vrouwenbesnijdenis is namelijk niet iets dat per individu geregeld wordt vanaf een bepaalde leeftijd. Ongeveer om de zes jaar wordt een hele generatie meisjes collectief gemutileerd. Wanneer Luna de basisschool afrondde zou het nog enkele jaren duren alvorens een nieuw ‘besnijdenisjaar’ zich aankondigde. In 1984 was het zover. Ze beeldt uit hoe ze in een positie gedwongen werd met haar armen en benen opengesperd. Ze blijft deze houding een tijdlang aannemen alsof ze het nog steeds niet kan vatten. Ze zit pas terug recht op haar stoel wanneer de serveerster ons komt vragen of we nog iets willen drinken. Met vochtige ogen grapt ze dat het leek alsof ze zou bevallen.  â€œOnly you don’t receive a miracle, you loose one”. Haar glimlach verdwijnt snel als ze verder vertelt. Twee forse vrouwen namen plaats op haar borst en haar benen terwijl ze haar ledematen vasthielden. Op deze manier kon de ‘cutter’ , altijd een vrouw trouwens, het werk doen. Haar clitoris werd met een scheermes verwijderd. Dit is de vrouwenbesnijdenis die in haar stam nog steeds gebruikelijk is. In andere stammen worden nog veel verdergaande vormen van genitale verminking uitgevoerd zoals het verwijderen van de binnenste en/of buitenste schaamlippen en het dichtnaaien van de vagina. Luna herinnert zich verder zeer weinig van wat zich heeft afgespeeld op dat moment. Ze was bewusteloos geraakt.

Nadat Luna ‘volwaardig vrouw’ was geworden ging haar vader op zoek naar een partner voor haar. In tussentijd kon ze thuis helpen in het huishouden. Het is trouwens nog steeds de traditie dat vrouwen gedwongen worden om te trouwen maar tegenwoordig zijn de meeste stammen hierin flexibel. Luna mocht ook zelf met een kandidaat op de proppen komen, mits de goedkeuring van haar vader. Maar Luna wou niet trouwen. Ze wou haar middelbare school afmaken in functie van haar droom om verpleegster te worden. Hierin vond ze de steun van haar moeder. Ook zij wenste een ander leven voor haar dochter. Gegeven het nulrecht van de vrouw kon Luna’s mama de school niet betalen. Pogingen hiertoe leidden steevast tot blauwe plekken of gebroken beenderen. Zelfs wanneer ze haar man vroeg naar haar eigen verdiende geld werden de klappen rijkelijk uitgedeeld. Men spreekt daar niet van ‘ons geld’ (ondanks dat de mannen er meestal niet veel doen en geregeld dronken thuiskomen). In het geheim ging Luna’s moeder ‘s nachts de koeien melken of armbandjes maken om iets te kunnen verkopen waarvan ze het geld kon sparen. Meermaals werd ze door haar man betrapt maar ze zou nooit opgeven. Luna spreekt over haar moeder met de grootste bewondering. In 1987 ging Luna’s moeder praten met haar broer, Luna’s nonkel, die dokter is. Zijn gezin was welvarend en alle kinderen konden er naar school. Ze hoopte om via deze weg haar dochter alsnog een kans te geven om te studeren. Luna was dan 18 jaar en leefde ondertussen al drie jaar thuis. Er kwam een overeenkomst. Luna kon in het gezin van haar nonkel wonen en werken als huismeid. Gratis uiteraard. Deze periode diende ter observatie. Haar familie wou nagaan of ze wel waardig genoeg was om te studeren. “I have the capacity. I have the capacity” bleef ze zichzelf elke dag motiveren. Ze verheft haar stem terwijl ze mij dit vertelt. "And I still have the capacity!". Er werd geen termijn op haar proeftijd geplakt. Ze zou het wel horen wanneer ze goed genoeg was, als ze al ooit goed genoeg zou zijn. Tijdens deze observatieperiode, die uiteindelijk nog eens drie jaar duurde, leerde ze zoveel mogelijk uit oude schoolboeken van haar jongere neefjes. In 1990 mocht ze eindelijk een opleiding verpleegkunde starten. Ondertussen had haar moeder voldoende gespaard om een deel van de opleiding te betalen. Met tranen in haar ogen vertelt ze hoe ze als verpleegster hoopt om anderen te helpen. Om te voorkomen dat andere meisjes en vrouwen een leven moeten leiden(/lijden) zoals zijzelf, haar moeder en duizenden andere vrouwen uit de afgelegen dorpen. Na een jaar studeren keerde ze terug naar Babati en kreeg haar vader te horen dat ze voor verpleegster studeerde. Hij was razend, zoekend naar de schuldige maar vooral naar de geldschieter. Luna loog dat haar opleiding gesponsord werd door vrijwilligers. In 1994 studeerde ze af als verpleegster en kon ze aan de slag in het ziekenhuis (het ziekenhuis waar ik in mijn eerdere post al over schreef). Van dat moment stortte ze elke maand geld naar haar ouders. Vader was plots heel trots. “Thank you, you are all that I have” citeert ze hem al spottend. Hij verkondigde in het hele dorp hoe fier hij was. Op zĂ­jn verwezenlijking. Hij was diegene met een succesvolle dochter die iets opbracht. Niets daarvan was uiteraard de verdienste van haar moeder. “You are all under my control” verzekerde hij hen. De rest van haar loon spaarde Luna om haar jongere zusjes naar de middelbare school te laten gaan, iets wat zijzelf nooit heeft kunnen afronden. Luna plaatste altijd een ander voor zichzelf, nu nog en daarvoor bewonder ik haar. In sneltempo krijg ik plots de rest van haar levensloop. Waar Luna eerst spreekt als kwetsbare maar uiterst gemotiveerde en krachtige vrouw wordt haar stem opnieuw brozer. Haar stem is als haar leven. Eerst zo opbouwend en krachtig tot ze precies een hoogtepunt bereikt waarna ze keihard en snel naar beneden valt. Ik moet moeite doen om door de tristesse heen haar woorden nog te horen. In 2006 ging ze als verpleegster werken in een ziekenhuis van de overheid. Ze deed daar veel meer dan alleen haar taken als verpleegster. Ik weet niet zo goed wat precies maar wat duidelijk is, is dat het voor haar belangrijk was. Iets meer dan 10 jaar lang deed ze uitstekend werk. Van haar loon hield ze amper iets over. Een deel ging nog steeds naar haar ouders, ze betaalde opleidingen voor haar zusjes en later voor haar eigen kinderen en met het overige geld heeft ze haar organisatie opgericht : DINKWA Women Development Organization ( DIWODEO). Ze wil vrouwen in de dorpen bewust maken van hun rechten. Ze wil een gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ze wil de bevolking bewust maken van het belang van educatie voor jongens Ă©n meisjes. Ze wil het voordeel dat mannen in vrouwenbesnijdenis zien vertalen in het nadeel dat het niet alleen de meisjes maar ook de mannen zelf oplevert. Geen enkel individu zou het lichaam van een ander mogen aantasten, in welke vorm dan ook. Geen enkele vrouw zou haar zoon om toestemming moeten vragen om het huis dat ze zelf heeft gebouwd te bezitten. Geen enkel meisje zou moeten denken dat ze niet waardig is om zichzelf, in welke vorm dan ook te ontwikkelen. Dat is waarvoor Luna zich wil inzetten. Maar haar optimisme spat uiteen wanneer de nieuwe president beslist dat niemand nog voor de overheid mag werken zonder middelbaar diploma. Zonder pardon wordt ze ontslagen. Reeds een jaar staat ze elke week aan het loket met een nieuwe aanvraag. Ze heeft geen geld om zelf opnieuw naar school te gaan, al zou ze dat wel willen. En elke cent die ze toch bijeen kan rapen spaart ze om een jongere generatie een betere toekomst te geven. Ze wil de ketting doorbreken. Het minste wat ze voor zichzelf wil is om gehoord te worden. “I don’t know what you can do, I don’t expect much, but at least can you give me a voice?”. Dat is wat ik zal proberen.

Ondertussen heb ik Luna reeds verschillende keren gezien en hebben we al veel gesproken. Zij wil andere vrouwen een stem geven maar daarom moet zij eerst zelf gehoord worden. Hoe we samen iets proberen te doen, schrijf ik snel !

When I met Luna

In deze post zal ik fictieve namen gebruiken om de privacy van de mensen die erin voorkomen te respecteren. Vooral voor mijn volgende post is dat belangrijk. Ik vind het verder moeilijk om korte updates te geven simpelweg omdat het letterlijk niet altijd te vatten is. Bovendien zijn het net de details die mijn ervaring vormgeven.

Vanmorgen kom ik aan in een lokaal ziekenhuis. Mensen overal, kris kras door elkaar, allemaal op slippers, al dan niet met huilende baby’s in hun armen of zonder enkelevingers aanhun handen. EĂ©n chaos. Het stof waait op en verspreidt zich in een ruimte die evengoed een binnenkoer als een wachtzaal kan zijn. Ik wurm mij een baan tussen alle hulpbehoevenden richting het kantoor van Dokter Anita. Zij verwijst naar verpleegster Luna om me een rondleiding te geven in het ziekenhuis, dat trouwens Ă©Ă©n van de betere ziekenhuizen van Arusha blijkt. We doorkruisen ‘room number 4’. Zo’n veertig vrouwen en evenveel baby’s vullen de kamer. Allen komen ze hun nageslacht registreren en vaccineren. Sommige kinderen zijn Ă©Ă©n dag oud, sommige zijn twee jaar. Wanneer iemand een ingevuld papiertje terugkrijgt mengt een verpleegster zich tussen de vrouwen met een spuitje. Hup, klaar ermee, next. Nog voor alles goed tot mij doordringt word ik al naar de volgende kamer geleid. Wat het labo moet voorstellen lijkt meer op een oude bergruimte. Het meubilair zou gewoon uit een oude keuken kunnen komen. Alleen zijn de kasten beplakt met post-its die vertellen waar chemisch product X en chemisch product Y te vinden zijn en staan er vier toestellen die me inderdaad wel aan m'n lessen chemie doen denken. Een ‘dokter’ vraagt naar mijn medische achtergrond. Geen dus. Beleefd dat de Tanzanianen zijn, stelt hij me gerust dat dat geen probleem is. Hij heeft namelijk ‘environmental studies’ gestudeerd, maar “it’s basically the same as what the doctors do”. “No worries”. Dokter Anita komt terug en laat me weten dat het okĂ© is om drie dagen per week op visite te gaan met een dokter. Als psycholoog die geen Swahili kan zal ik vooral meevolgen. Ik knik maar voel mezelf vanbinnen weer in opstand komen. Als ik met verpleegster Luna alleen ben vertel ik waarom ik eigenlijk naar Tanzania ben gekomen. Ik had de dag voordien zelf wat opzoekingswerk verricht en was toen gestoten op een organisatie ‘MWEDO’, gelijkaardig aan mijn eerste project. Ik vraag haar daarom naar deze organisatie. Misschien kent ze het en kan ze mij met hen in contact brengen. De vrouw die aanvankelijk zeer afstandelijk overkwam geeft mij plots een hand en er verschijnt een warme glimlach op haar gezicht. “Come come”. Ze grijpt mijn hand en leidt mij naar buiten. Ze vertelt dat ze zelf een project heeft opgericht met dezelfde doelen als deze waarover ik spreek. Empowerment van vrouwen in afgelegen dorpen en groepen vrouwen in de stad. Van voorlichting en counseling over vrouwenbesnijdenis, vrouwenrechten en HIV tot het belang van educatie en bezittingsrecht over koeien. Gegeven de vele teleurstellingen van afgelopen week wil ik toch nog niet te hard van stapel lopen. Ik begrijp haar niet altijd even goed en ik vraag me af of er ĂŒberhaupt een mogelijkheid zal zijn dat ik er als vrijwilliger aan de slag kan. Toch kan ik mijn interesse niet verbergen waarop ze beslist om mij alles te vertellen. Impulsief zoals ik ben, doch voorzichtig, vraag ik haar of zij zelf besneden is. “yes dear”. “I’m gonna tell you”. Ik voel meteen terug de motivatie die mij in eerste instantie tot Tanzania dreef. Bovendien voel ik dat ook bij haar. Ze laat Dr. Anita weten dat ze ervandoor gaat en dat is prima. Ik ben werkelijk verward maar vooral nieuwsgierig. We gaan even wandelen naar een rustige plek om te praten. Ze stapt stevig door terwijl ze af en toe iets vertelt. Ze spreekt stil en traag maar tegelijk is ze onrustig. Ze blijft in haar verhaal nog op de oppervlakte en stopt geregeld met praten wanneer we andere mensen kruisen. Ze herhaalt dan "I'm gonna tell you all soon" waarop ze nog sneller stapt. Ik merk dat ik een gevoelige snaar heb geraakt, die ergens smeekt om beroerd te worden. Na zeker twintig minuten bereiken we een bar waar we in de achtertuin de enige klanten zijn. Ze is klaar om haar verhaal te doen. Wordt vervolgd !

Enkele vrije dagen

Habari ! Het was de afgelopen dagen zo druk dat ik geen tijd vond om te schrijven. Eigenlijk wel goed. Ik kom even terug op mijn vrijwilligerswerk hier. Na mijn gesprek met Steven vorige week, bleek dat de organisatie van hem en Mandy “iets” doet, ik weet nog steeds niet wat, maar alleszins niet hetgeen ik hier wou komen doen. Steven opperde daarom om met mij op zoek te gaan naar een health care center waar ik met ‘mijn kennis’ kon uitleggen hoe men aan counseling kan doen. Meer bepaald stelde hij voor dat ik een counseling-afdeling zou creĂ«ren om andere ziektes te voorkomen bij mensen die reeds besmet zijn met HIV. Naast het feit dat dit niet mijn vakgebied is zou ik dit ook alleen moeten doen. Niet haalbaar dus. De volgende dag schreef ik mijn organisatie een duidelijke mail wat voor mij het probleem was. Terwijl zij uitzochten hoe ze mij een project konden regelen, kreeg ik dus enkele dagen vrij. In deze dagen heb ik de stad nog wat verkend en heb ik mijn familie geholpen in het huishouden. Twee uur lang heb ik met de jongste kinderen de afwas gedaan tot ’s avonds laat. Dit is de regel: de jongsten doen het hardste werk, de oudere generatie kookt en wast, en Mamma G en Mr. B (de grootouders) worden bediend. Mamma G. was mij alvast heel dankbaar voor de hulp. (Ik post dadelijk ook enkele foto’s).

Zaterdag ben ik gaan zwemmen in het hostel waar Tina en haar twee vrienden verblijven. Gefascineerd gluurden een 7-tal kinderen door de kier van de poort. Ze hadden nog nooit een zwembad gezien. ’s Avonds trokken we met ons vier naar de stad om eens Westers te eten. Eerlijk gezegd, na een week vol bonen, ugali en chapati's kan ik zeggen dat een hamburger nog nooit zo goed smaakte. Het bier is hier trouwens ook heerlijk! De volgende ochtend zijn we er opnieuw met ons vier op uit getrokken. We hadden een fietstocht geboekt door Lake Manyara. Het is een gebied dat bestaat uit uitgestrekte vlaktes rond het meer. Daar leven immens veel vogelsoorten. Antilopen en gnoes lopen er ook vrij rond. Vlaktes betekent echter niet gladde wegen. “Maar 12 km fietsen” dachten we. Maar die 12 km waren (voor mij althans) echt lastig. De weg bestond grotendeels uit verharde aardebrokken waartussen je moest ploeteren. Na de vlaktes reden we door een bos vol apen en uiteindelijk belandden we bij de bananenplantages. Daartussen bevonden zich afwisselend zeer primitieve tot vrij ontwikkelde dorpen. Ik heb trouwens nog nooit in mijn leven zoveel koeien en geiten gezien. Vooral de masai volkeren hebben de traditie van koeien te houden. Ze lopen met een kudde van wel 40 beesten door de vlaktes. Volgens onze gids zijn deze koeien zoals sportwagens bij ons. Ze zijn een uiting van rijkdom.Ze gebruiken ze wel voor melk maar eten ze niet op. Ondanks dat ze er een huis mee zouden kunnen bouwen, verkopen ze de koeien niet. Over rijkdom gesproken : Tanzania is op zich 'een rijk' land. Het heeft zoveel te bieden. De grond is vruchtbaar, er zijn veel natuurlijke bronnen en men heeft echt veel capaciteiten. De mensen in de steden zijn vrij ontwikkeld. 'Ontwikkeld', in vergelijking met veel andere Afrikaanse landen dan. Op psychologisch en sociaal vlak zouden we daarover kunnen discussiĂ«ren maar dat is voor een groot stuk cultureel bepaald. Los daarvan heeft de bevolking dus wel een bepaalde kennis over landbouw, economie en dergelijke. Bovendien wil iedereen hier ook werken. Het probleem zit hem in het feit dat alles in handen is van buitenlanders. Mijn naĂŻeve zelf vroeg zich af : waarom is alles hier zo duur en blijft iedereen hier toch zo arm? Het antwoord bleek zeer simpel: alle safaribedrijven zijn in handen van de blanken. Zij innen alle winst en betalen de gidsen slechts een minimumloon. Die leven vooral van fooi. Hetzelfde geldt voor alle werkzaamheden hier. Zo wordt er veel geĂŻnvesteerd in degelijke wegen: daar zijn middelen voor en de mensen die ervoor worden ingezet beschikken over voldoende kennis en capaciteiten. Echter wordt dit alles wederom geregeld door Chinezen. Wat ik hierbij wel moet vermelden : het blijven voornamelijk de vrouwen die het harde werk doen. Bij de traditionele stammen is dit duidelijk en geweten, terwijl dit in de stad meer tot uiting komt wanneer je goed oplet. In het spreken worden man en vrouw meer als 'equal' beschouwd, maar wanneer je observeert is de paradox onmiskenbaar: het zijn de vrouwen die wassen en koken maar ook sleuren en bouwen. Over die gelijkheid kom ik terug in een van devolgende posts waar ik het verhaal van verpleegster Luna zal vertellen.

Gisteravond na mijn uitstap kreeg ik een update van Anika omtrent mijn werk. Ik zou tewerkgesteld worden in een ziekenhuis om samen met een dokter huisbezoeken te gaan doen waarbij uitleg gegeven wordt over HIV. Omwille van de taalbarriĂšre en het ontbreken van een medische achtergrond zou ik vooral meevolgen met de dokter. Voor mij was dit dan weer het andere extreem wat betreft de manier van werken en de zelfstandigheid. De meesten onder jullie weten ook dat ik onlangs ben afgestapt van mijn veronderstelde verlangen om het medische pad op te gaan. Ik beschrijf het als een verondersteld verlangen omdat het een vals verlangen was. Iets wat mij door mijn eigen geschiedenis lang parten heeft gespeeld maar waar ik onlangs in veranderd ben. Deze reis deed mij dit nogmaals beseffen. Ik was malcontent met wat ik nu weer toegewezen kreeg, maar tegelijkertijd deed het mij gelukkig voelen. Ik weet nog steeds niet wat ik wil, maar ik weet nu wel zeker wat ik niet (meer) wil. Ik wilde mezelf desondanks open stellen voor het project en zien wat het gaf. Vandaag zou ik daarmee beginnen maar dat nam alweer snel een verassende maar zeer boeiende wending (eindelijk!). Ik beschrijf het in een volgende post.

Hiv, polygamie en vrouwenbesnijdenis

Donderdag 31 augustus 2017 – 13:00 – Arusha, Tanzania - DEEL 2 : HIV, polygamie en vrouwenbesnijdenis.

Zoals ik al schreef zou ik woensdagochtend (gisteren dus) samen met Mandy het project eindelijk leren kennen. Ze zou me meenemen naar hetgeen zij allemaal doen en op deze manier kijken waarbij ik kon aansluiten. Mandy was echter alweer snel verdwenen en ik bleef met haar collega Steven achter. Steven lijkt mij een zeer verstandige man. Hij stelde voor om eerst samen te zitten om te bespreken wat mijn interesses zijn om op deze manier de geschikte taken voor mij te zoeken. Alvorens tot dat punt te komen hebben wij eigenlijk een zeer interessant gesprek gehad. (PS : In een andere post zal ik vertellen hoe het nu met mijn eigen vrijwilligerswerk zit: ik heb namelijk nog steeds geen project). Ik begon te vertellen over het project waar ik oorspronkelijk zou gaan helpen omdat dit het best beschrijft waarvoor ik naar hier gekomen ben en wat ik wou doen. Voor diegenen die dat niet (meer) weten zal ik het kort opsommen. Als vrijwilliger zou ik meedraaien in de dagelijkse activiteiten van het HIMS project (=mijn vorig project) wat de volgende zijn :

- Voorlichting geven op scholen over HIV en andere onderwerpen rond seksuele gezondheid

- Voorlichting geven in Masai dorpen over deze onderwerpen ( met een tolk )

bv. leren communiceren over HIV, hoe zij kunnen vragen om een test te doen, 


- Deelnemen aan groepsdiscussies en begeleiding van Masai vrouwen

- Begeleiding van weggelopen Masai meisjes die gedwongen werden om te trouwen

- Home visits : hulp en begeleiding bieden bij kwetsbare gezinnen

Mijn organisatie werkt niet meer samen met dit project maar de projecten van Mandy zouden hetzelfde omvatten. Van Steven kreeg ik evenwel te horen dat dit niet het geval is. Wat zij dan precies doen is mij tot op heden nog steeds een raadsel. Wat Steven mij wel kon vertellen was het volgende. In Tanzania zijn deze drie onderwerpen (HIV, polygamie en vrouwenbesnijdenis) zeer gevoelig. Echter is er een belangrijk verschil tussen HIV en de andere onderwerpen. Dat verschil zit hem in het feit dat er rond HIV een stigma heerst maar geen taboe. Polygamie en vrouwenbesnijdenis zijn daarentegen een gigantisch taboe. Daarover wordt niet gesproken; het wordt stilgezwegen en is iets dat wederom sterk geworteld is in de cultuur. Wat Steven verstond onder stigma was iets waarvan de wortels niet per se te vinden zijn in een cultuur, maar in angst. Men is er bang van. Er is hier wel kennis over HIV maar minder dan bij ons. Zo kan ik meteen het voorbeeld geven van de taxichauffeur die me van de luchthaven ophaalde. Hij wist dat HIV een erge ziekte is die je zou kunnen krijgen door geslachtsgemeenschap maar hij vroeg zich af van waar het toch kwam. Plots is dat daar. En waarom krijgen sommigen het wel en anderen niet? Want iedereen heeft toch geslachtsgemeenschap? Daaruit kon ik al snel afleiden dat voorlichting nog steeds noodzakelijk is hier. Het is omdat men het zo weinig begrijpt dat de angst zo groot is. Niet de angst om het te krijgen maar de angst om te weten dat men het heeft. De angst om erover te praten, om zich te laten testen, om ervoor uit te komen, om ermee om te gaan. Men wil liever niet weten dat men mogelijks te maken heeft met iets wat men niet begrijpt. Dit is dus zeker een onderwerp waarmee je hier aan de slag kan.

Wat de andere twee onderwerpen betreft ligt het heel wat moeilijker en dat wist ik ook op voorhand. Je kan hier als Westerling niet aankomen en hen iets gaan verbieden of opleggen dat vanuit onze cultuur komt. Wat ik niet wist is hoe deze drie onderwerpen nu met elkaar verbonden zijn. Volgens Steven is het de besnijdenis (ik spreek dan over vrouwelijke genitale mutilatie = FGM) hetgeen recht geeft tot het bestaan van polygamie. “It is the door to the polygamous system”. Ik vond de uitleg hieromtrent niet altijd even gemakkelijk om te begrijpen maar in grote lijnen kon ik de kern wel vatten of volgen. In de stammen waar FGM wordt uitgevoerd (bv. de Masai) zijn het eigenlijk de vrouwen die alle macht hebben. In die zin dat zij al het noodzakelijke doen om te overleven. Zij zijn de werkers, zij bouwen de hutten en zorgen voor eten, zij zorgen ook voor de kinderen, 
 Maar vanuit de cultuur is de man nog steeds het hoofd. Uit angst om deze positie te verliezen worden vrouwen genitaal gemutileerd. Op deze manier wordt voorkomen dat zij plezier zouden kunnen ervaren aan zichzelf of aan andere mannen. De clitoris moet weg zodat de vrouw niet langer beschikt over een bron van genot. Zo wordt er Ă©Ă©n aspect gecreĂ«erd wat maakt dat vrouwen niet over alle aspecten de machtigste zijn. Het genot is nu datgene waarover enkel en alleen de man machtig is. Op deze manier kan hij beslissen om meerdere vrouwen te bezitten. Het recht ligt namelijk in zijn handen en niet in dat van de vrouw. De vrouw is daarentegen afhankelijk van Ă©Ă©n man en haar clitoris zal haar niet langer op het verkeerde spoor richting een andere man drijven.

De polygame cultuur is meteen de brug naar het onderwerp van HIV. Ik las reeds dat de mannen vaak een langere periode wegtrekken terwijl de vrouwen thuisblijven. Tijdens deze periode hebben zijn geslachtsgemeenschap met menig vrouwen uit andere stammen. Een van de doelen van het HIMS project was daarom om Masai vrouwen te leren communiceren hierover. Zodat zij met hun man een gesprek durven aangaan om zich na een trek te laten testen. Steven bevestigde dit maar vulde dit aan met een andere interessante link. Meer bepaald het huwelijk. Bij de Masai is het zo dat wanneer een man sterft, zijn broer (of zus !!!) de weduwe en de kinderen ‘erft’. Op deze manier heeft een man dus ook meerdere vrouwen. Wanneer een vrouw het gezin erft, gaat de vrouw maar ook de kroost naar die haar man. Op deze manier ontstaan ingewikkelde relaties en vooral ook incest. Dit maakt de verspreiding van HIV immens wanneer Ă©Ă©n iemand van de groep besmet is. Bovendien doet de besnijdenis op zich daar ook geen goed aan. Er worden vuile gereedschappen gebruikt, vrouwen komen allemaal op dezelfde doek te liggen enz
 Op deze manier is het dus duidelijk hoe deze drie onderwerpen aan elkaar verbonden zijn.

Het voorgaande betreft allemaal de oude stammen zoals de Masai die in hutten wonen in dorpen verder van de stad. Toch betekent dit niet dat het in de steden niet gedaan wordt. Heel veel inwoners van grote steden, zoals Arusha, stammen af van volkeren zoals de Masai. Je ziet het niet (echt) want hun gelaat is niet geverfd en hun klederdracht is aangepast aan het stadsleven. Dit betekent dus dat vrouwenbesnijdenis, uithuwelijking, polygamie etc.. ook allemaal in de stad voorkomen. Alleen gebeurt het achter gesloten deuren en wordt het stilgezwegen. Ook in de Masai dorpen zelf is het trouwens een zeer geheim iets. Er wordt soms kilometers ver gewandeld om de rituelen uit te voeren. Wat toeristen zien bij het bezoeken van de dorpen zijn enkel de vriendelijke stamleden met hun prachtige en kleurrijke accessoires. Wat zij niet zien is wat daaronder schuilgaat. Steven maakte een mooie vergelijking : het is als een ajuin. Er zijn zoveel lagen rond en het is heel moeilijk om tot de kern te geraken. De kern is zo hardnekkig dat hoe meer lagen je afpelt, hoe meer je ervan gaat wenen. Bijna niemand geraakt daardoor tot de kern. Deze rituelen worden zodanig van de buitenwereld afgeschermd door allerlei lagen dat de kern ervan onaangetast blijft. De beschreven redenen en verklaringen zijn daarom slechts een kleine ring van de ajuin. Deze redenen zijn kenbaar dankzij vrouwen die weggelopen zijn en hun verhaal durfden te doen. Maar wat daar werkelijk nog allemaal achter schuilt weet bijna niemand.

Daarmee zal ik straks/vanavond terug komen op mijn werk als vrijwilliger hier. Tot slot zal ik de komende dagen enkele zeer interessante bemerkingen vanuit verschillende lectuur linken aan dit onderwerp.

Homoseksualiteit , a bad habit

Donderdag 31 augustus 2017 – 11:45 – Arusha, Tanzania - DEEL 1 : homoseksualiteit

Vandaag wou ik een inhaalbeweging doen met schrijven, maar ik hoop dat mijn laptop het redt. Er is vandaag namelijk geen stroom. De overheid beslist regelmatig om at random Ă©Ă©n of meerdere dagen een cut te doen. Soms is dat voor de hele stad, soms enkel in bepaalde buurten. Ik wou graag iets schrijven over de interessante conversaties die ik ondertussen heb gevoerd. Wanneer ik dinsdagavond na het uitpakken van de cadeautjes beneden ben blijven plakken ging het over homoseksualiteit. Mr. Bvroeg naar mijn interesse in mijn oorspronkelijke project en waarom HIV. Ik legde hem uit dat ik op school reeds een project deed omtrent dat onderwerp waarop hij vragen stelde over de situatie in BelgiĂ«. In ons land komt HIV het meest voor bij homoseksuele mannen. Hiermee had ik een gevoelig onderwerp aangeraakt. De toon van Mr. Bklonk snel anders. Desondanks was er wel de ruimte om over zo’n onderwerpen te praten. Alleen moet je voorzichtig zijn met wat je zegt. Ik heb dan ook voornamelijk geluisterd. Mr. Bbeschreef homoseksualiteit niet als een geaardheid maar als een ‘bad habit’ en een zonde. Hij begrijpt het niet omdat het niet zo is dat God het gewild heeft. Mijn familie hier is zeer katholiek, net zoals de meeste Tanzanianen die in Arusha wonen. Er zijn ook een aantal moslims in Tanzania en blijkbaar is homoseksualiteit bij hen veel meer aanvaard. Eigenaardig toch? Het bestaat hier wel onder de katholieken, maar volgens Mr. Bzullen deze mannen dat zo goed mogelijk geheim houden. De kans dat je naar de gevangenis vliegt is groot. Hij wist niet zeker of het legaal is of niet, maar je zal er zeker voor gestraft worden. Homoseksuele mannen hebben hier ook geen vrienden. Ze verschuilen zich. Mr. Bkan niet vatten dat deze mannen die slechte gewoonte niet afleren zodat ze een goed leven kunnen hebben. Hij zou nooit bevriend kunnen zijn met een homoseksuele man. Hij haalde uit zichzelf ook aan, dat hij dit nooit zou aanvaarden van zijn kinderen. Ik veronderstelde dat hij daar dus over sprak met zijn kinderen. Zeer zeker, antwoordde hij. Ze moeten goed weten dat dit niet getolereerd wordt. Wat zou volgen is uithuiszetting. Het was boeiend om dit te vergelijken met een gesprek dat ik de avond voordien met hem had. Mr. Bvertelde mij toen het verhaal van twee van hun geadopteerde kinderen. De overbuurvrouw was een alcoholica en zorgde niet voor haar kinderen. De familie Bille stelde voor om de zorg over te nemen, ondanks dat ze zelf niet rijk zijn. Menig mensen in de buurt zouden over hen spreken; dat ze twee extra kinderen in huis nemen terwijl ze er al zoveel hebben en het niet breed hebben. Men heeft er bewondering voor. Elke dag worden de kinderen wel aangemoedigd of beter verplicht om hun moeder te groeten. Ze moeten hun moeder blijven kennen en respect blijven tonen. Wat mij ook opviel is dat dit een van de enige gesprekken was waarbij Mr. Bvertelde zonder terug te koppelen, zonder vragen terug te werpen. Hij hoefde niet te weten hoe ik of Europeanen in het algemeen, daarover dachten of hoe wij daarmee omgingen. Waarom zou hij ook ? Het is zo dat God het gewild heeft dus het hoort niet anders te zijn. Ik vond het moeilijk om niet in dialoog te treden maar omdat je merkt dat dit zo diep geworteld is in hun cultuur voelde ik ook niet de nood om mijn eigen visie te geven. Wanneer een Belg mij zoiets zou verkondigen zou dat helemaal anders zijn.

Antiloop krijgen en ossengalzeep geven

Woensdag 30 augustus 2017 – 17:15 – Arusha, Tanzania ( over dinsdagavond )

Hey iedereen. Gisteren had ik echt een leuke en boeiende namiddag/avond. Mandy (van mijn nieuw project) was langsgekomen en zou mij de volgende dag ( vandaag dus ) een rondleiding geven op haar project en me eindelijk wegwijs maken in waar ik zou kunnen aansluiten (Al zal ik daar helaas nog moeten op terugkomen :p ). Maar bon op dat moment : mijn motivatie was terug geprikkeld. Ik ben ’s avonds gaan sporten in de lokale gym die hier juist aan het einde van mijn straat is. Er was een groepsles aerobics. Die Afrikanen hebben energie man ! Ik kon helemaal niet mee en het was lachwekkend om te zien maar het was zo ontspannend ! Straks ik sowieso terug ! Het was ook aangenaam om op deze manier contact te maken met lokale jonge mensen; ze keken al uit naar mijn komst vandaag ! Ik zou zeggen dat ik s’ avonds mijn voetjes onder tafel mocht schuiven maar Afrikanen eten eigenlijk niet aan tafel. We zitten allemaal in een zetel met ons bord. Een beetje onhandig, zeker voor mij, maar mijn familie kan erom lachen en het is enorm gezellig. Eigenlijk krijg ik hier Ă©cht lekker eten. Gisteren kreeg ik een soort omelet met frietjes erin verwerkt en verse groentjes. Er kwam plots een vriend van de familie langs, een militair, die dan besloot om mee te eten (zo gaat dat hier dus ook) en zo werd alles verdeeld. Hij kwam echter niet met lege handen: hij had stukjes gebakken antiloop mee. Het was niet zo slecht, maar toch niet mijn ding. Ik voelde me op dat moment eigenlijk echt thuis bij mijn familie. Ik herinnerde mij trouwens dat ik enkele cadeautjes voor hen mee had die in mijn vertraagde bagage zaten dus ik overhandigde die na het eten. Mamma Grace gaf ik twee mooie sjaals en een stuk ossengalzeep. Ze was gefascineerd door dat laatste toen ik haar uitlegde waarvoor het diende. Mr. Bille was ook geĂŻnteresseerd om te weten waarvoor het diende. Het is eigenlijk gewoon een heel goed middel om vlekken te verwijderen. Hij claimde het cadeau meteen als zijn bezit vanaf dat moment. Mamma ging dan de sjaals houden. Ik had ook een klein setje met nagelgerief mee ( knipper, vijl,
) en ook dat wou Mr. Bille meteen voor zich houden. Mamma vond dat prima. Ik ben blij dat ik de tip had gekregen om vooral praktische zaken mee te brengen. Zoals de man van mijn organisatie al vertelde brengen veel vrijwilligers een souvenir mee uit eigen land. Zo heeft Mamma in haar kast honderden klompjes en kaasbollen staan. Zelfs een popcornmachine die ze uitstalt maar niet kan gebruiken. Ze waren mij dan ook heel dankbaar voor de kleine maar handige cadeautjes. Ik was van plan om ’s avonds nog een beetje te gaan schrijven maar ik ben beneden blijven plakken want de conversaties werden plots heel boeiend. Ik schrijf er vanavond verder over want ga me nu omkleden om naar de fitness te gaan !

Namen

Anika  = mijn Nederlandse coördinator van hier ter plekke 

Mamma Grace = mijn gastmama hier. Haar man is Mr. Bille 

Mandy = de oprichtster van het project/ de projecten waarbij ik uiteindelijk tewerk gesteld zou worden 

Pole pole

Dinsdag 29 augustus 2017 – 13:35 – Arusha, Tanzania

Ik schrijf nu al een bericht omdat ik vandaag nog eens goed ben gevallen maar gelukkig ook terug ben opgestaan (Figuurlijk
 Al ben ik letterlijk ook al een paar keer goed op mijn bek gegaan in deze chaotische straten ). Gisteravond heb ik lekker gegeten samen met mijn gastgezin : rijst met een sausje en spinazie. Deze ochtend heb ik voor het eerst mijn haar gewassen en het water van de kraan was warm : heerlijk. Mijn bagage kwam dan ook nog eens toe en mijn dag kon niet meer stuk. Daarna nam ik de dala dala tot aan Pippi’s House om mijn aan mijn eerste dag op het project te beginnen. Toen ik daar echter aankwam was de sociaal werker al vergeten dat ik zou komen. Ik vroeg wat ik kon doen maar hij kon mij dat niet vertellen. Flashback naar mijn stage. Ergens toekomen, alleen, je wil iets doen, je wil iets bereiken, je wil iets voor een ander betekenen maar je wil dat vooral doen voor jezelf. En dan word je daarin geslingerd, zonder duidelijke regels, zonder afspraken, zonder handvaten en ‘je doet maar’. Ik vraag het mij al langer af maar ik begrijp niet hoe het komt dat ik daar nu echt niet mee om kan. Veel minder dan de meeste mensen
 Anderzijds zou het ook niet werken met iemand die me de hele tijd dicteert wat ik moet doen. Ik denk daarom dat ik een kader nodig heb, enkele handvaten, enkele lijntjes om binnen te kleuren maar waarin ik dan zelf de vrijheid heb om iets te bewerkstelligen. En dat kader is nu precies wat hier in Afrika ontbreekt. Dit hebben zij hier ook niet nodig. This is not their way of life. “pole pole” heet dat hier. “opt gemakske” of “kalmpkes, kalmpkes, alles chill”. Hakuna Matata ! Anderzijds voel ik me daardoor niet de geschikte persoon om iets te doen in het project. Ik probeerde wat contact te maken met de meisjes maar zij begrijpen ook niet wat een stelletje blanken daar toch altijd komt doen, en ik kon hen helaas ook geen antwoord geven. Een halfuur na mijn aankomst op het project kwam er nog een andere vrijwilliger langs. Helena, een Duits meisje van 18 jaar. Ze werkte er al vier weken dus ik dacht dat ik mijn kader had gevonden. Dat mij eindelijk wat duidelijk zou worden wat er precies gedaan wordt, hoĂ© zij daar aan empowerment proberen te doen en waarbij ik kon helpen. Echter bleef mijn antwoord uit
 Zij wist ook niet goed wat ze er kon betekenen. Ze helpt al vier weken lang met de afwas, ze schildert met de meisjes, gaat met ze naar de markt om kralen die ze kunnen verkopen
 My God dat wil ik niet doen. Althans dat is niet mijn visie op hoe ik iets Ă©cht kan betekenen. Er zijn zoveel vrijwilligers die helpen bij zo’n zaken. En dat is ook wat ik te horen kreeg : er is niet veel te doen, er werken hier al vijf vrijwilligers (dus toch). De sociaal werker zegt dan dat ze nood hebben aan psychologisch begeleiding. Kon ik misschien eens met hen praten ofzo? Hij giste maar een beetje. Maar zoiets kan je niet realiseren op drie weken zoals ik al zei. ZĂ©ker niet in deze cultuur en bij dergelijke doelgroep. Dit zijn meisjes met een Afrikaanse cultuur, die bovendien nog eens allemaal sterk getraumatiseerd zijn. Mocht ik hier zes maanden zijn wel. Het werd mij ook snel duidelijk dat de prioriteit daar is om de meisjes naar school te laten gaan: dat willen zij ook allemaal. Alleen begrijpen zij niet goed dat zij daarvoor iets zullen moeten doen (bv. armbandjes maken en verkopen). Dit idee bleek ook te komen van vrijwilligers die daar een aantal jaren geleden waren. Als ik Helena vroeg of zij daar zelf ook achter stonden kon ze dit niet bevestigen. Ze begrijpen niet waarom ze elke dag toch die stomme kralen moeten maken. Ik stelde voor om samen met de meisjes te brainstormen om hen hier bewust van te maken en samen met hen na te denken over iets wat zij zelf dan voorstellen dat ze zouden kunnen doen. Evenwel hadden ze dit ook al eens gedaan. Ze organiseerden nu een gospel concertje om geld in te zamelen. Ik vond dat wel goed om te horen. De sociaal werker stelde voor dat Helena en ik samen met een van de meisjes flyers konden gaan uitdelen voor hun concert. Al snel bleek dat het meisje dat al meermaals zelf heeft gedaan. Zij kent haar weg, ze kent veel mensen in het dorp en wij liepen gewoon als twee domme blanke kippen (no offence to my chix) achter haar aan. Als ik zag dat het helemaal geen zin had, op de manier waarop zij dat deed, wou ik het even overnemen of had ik plots de drang om te vragen “denk je echt dat als je een uitnodiging voor een gospel koor concert afgeeft aan een bediende in de bank, dat die dat aan zijn directeur zal geven en die iedereen zal uitnodigen om inderdaad te komen en geld te geven?”. Ik hield gelukkig mijn mond. OkĂ©, wat kan een vrijwilliger in dat geval doen? Je zou hen kunnen leren hoe zo’n dingen werken, hoe je zo’n zaken kan aanpakken. Maar dat is niet iets wat voor mij is weggelegd. Daarvoor ben ik niet gekomen. Ik vond het wat jammer dat Helena daar niets over zei en gewoon volgde, maar ik besefte dat ik ook niets zei. Je kan hen ook niet bombarderen en zeggen “jij doet dat niet goed”. PUUUUHHHHHH dit is lastig. Ik worstelde plots met zoveel gevoelens en ik voelde mij zo nutteloos. Ik wist echt niet wat ik daar eigenlijk zat te doen. Waar deze organisatie nu hoofdzakelijk mee bezig is, is het inzamelen van geld. Fundraising. En dat is het meeste wat zij van vrijwilligers verwachten. Maar opnieuw is dat niet mijn taak. Dat is overigens ook de reden waarom ik op voorhand besloten had dat ik voorlichting wil geven. Ik ben niet de therapeut. Ik ben ook niet de ultieme wereldverbeteraar noch diegene die alle kindjes wil knuffelen. Ik ben zeker een mens die iets voor een ander wil doen, zĂ©ker. Maar ik wil dit doen omdat ik op deze manier ook iets voor mezelf doe. Ik wil anderen helpen op een manier waarvan ik vind dat het bij mij past zodat ik er zelf ook gelukkig van word. Ik kon daar met Helena niet over praten want zij wou alles goed doen waar ze ook kon. Al was dat door de meisjes te helpen met de afwas. Top, maar niet voor mij. Ik voelde mij weer zo alleen en zoals ik dat wel vaker heb wanneer de dingen op mij afkomen vanuit alle richtingen waarvan het niet gaat zoals gepland en vooral waarin ik nul controle heb over de situatie, noch over mijzelf, en waarin ik alleen ben : dan is het eventjes breakdown. Het lijkt heel oppervlakkig, omdat het project mij niet zou aanstaan, maar het is veel meer dan dat. Mensen die mij kennen zullen dat wel begrijpen. Ik voelde alle emoties weer opwellen en ik wou naar huis. Ik dacht “dit is gewoon niets voor mij” en eerlijkgezegd
 ik denk ook dat dit niets voor mij is
vrijwilligerswerk
 op mijn eentje
 Maar ik wil echt niet opgeven. Ik heb al zo vaak in mijn leven opgegeven of toch willen opgeven. Voor de mensen die mij kennen : zelf gekozen voor internaat en hoe verliepen die eerste weken? zelf gekozen voor een uitwisseling en hoe is dat gelopen? Ik wou zo graag naar tomorrowland en hoe is dat gelopen? Ik wou zo graag stage doen op de drugsafdeling en hoe ging ik daar vertrekken? Niet in al deze situaties heb ik effectief opgegeven maar ik voel me nu precies op hetzelfde punt als het punt dat ik in al die situaties heb meegemaakt. En wanneer ik niet opgaf is omdat ik niet anders kon, of omdat ik niet mocht van iemand anders. Deze keer kan ik zelf een ticket naar huis boeken plaats van binnen drie weken een safari te doen. Maar ik wil niet opgeven. Ik ben hier gekomen om iets te realiseren wat ik al lang voor mezelf wou doen. Bij deze, don’t worry mamma, I didn’t use your money. Ik heb Anika (mijn coördinator) gebeld en mijn hart gelucht. Zij omschreef dit alles als ‘de cultureshock’. Ik weet dat het meer is dan dat (thanks Karen) maar ze had zeker ook ergens een punt. Alleszins ze was ook helemaal niet tevreden met het nieuwe project maar het vorige project is geen optie. Mijn organisatie werkt daar niet meer mee samen en zoals ik mijn gevoel beschreef bedacht zij dat ik mij toen precies ook zo gevoeld zou hebben. Er zijn wel een paar andere vrijwilligers in mijn vorig gastgezin maar dat was ook geen zekerheid zei ze.  Ook vond ze het niet kunnen dat ik niet begeleid werd op mijn project dus heeft ze de oprichtster ervan opgebeld. Zij is net langsgeweest en zal morgen samen met mij alle projecten die ze doet doorlopen, om te zien wat bij mij past, hoe zij tewerk gaan, waar ik kan aansluiten, wat ik zelf kan doen, wat ik graag zou doen,
 Ik voelde me alweer beter. Het was ook een zeer aangename vrouw waarmee ik eens een conversatie kon aangaan (in tegenstelling tot die man in Pippi House). Zij gaan zeker naar scholen waar er lessen voorbereid worden omtrent HIV, communiceren over onderwerpen zoals soa’s en besnijdenis , 
 Als het toch ook allemaal zo een boeltje ongeregeld blijft stelde Anika voor (als noodoplossing ) dat ik Engelse les kan geven in een middelbare school, aan oudere leerlingen (geen kindjes) en dat ik op deze manier ook onderwerpen zoals ik net beschreef kan betrekken in de leerstof. Met deze deal ben ik tevreden denk ik. Ik denk ook dat ik me dan opnieuw minder eenzaam zal voelen wanneer ik iets kan doen waar ik zelf gelukkig van word. En ook hier denk ik opnieuw aan mijn stage: vanaf het moment dat ik daar mijn draai kon vinden, dat ik daar iets kon betekenen voor mensen, en echt iets kon doen dat aan mijn hart lag, dan kwam ik elke avond met een glimlach thuis en ook nu kijk ik op deze periode terug als een van de mooiste van mijn leven. Daarom besloot ik ook om nog steeds bij Mamma Grace te verblijven. Zij zorgt echt wel goed voor mij. Anika stelde voor dat ik (op eigen kosten welliswaar) alsnog naar een hostel kon bij ander vrijwilligers omdat Tina (dat meisje waar ik gisteren over sprak, die ziek was) dit ook had gedaan. Zij was ook alleen in haar gastgezin en voelde zich ook eenzaam. Zij veranderde al na de eerste nacht. Ik zie het als iets wat ik in mijn achterhoofd houd maar ik wil nu vooral mijn project afwachten. Ik ben gewoon echt heel benieuwd nu naar wat ik Ă©cht zal kunnen doen, en als het deze keer wel zal zijn zoals Mandy beschreef, heb ik daar zoveel zin in. Ik ga mij nu opfrissen, mijn valies openmaken, en van mijn vrije namiddag gebruik maken om wat foto’s te maken. Ik zou eens beschrijven hoe alles hier is maar een foto zegt meer dan duizend woorden dus deze krijgen jullie vanavond te zien ! PS : ik ga vanavond met mijn coördinator Anika sporten in een gym. STOOM AFLATEN.

XXX

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active